Anne
 Büdgen

(1979)

... schrijft poëzie, theater
en proza.
Gedichten van haar werden in het Duits, Engels en Frans vertaald.
Ze treedt regelmatig op op literaire festivals.
Onlangs verscheen haar roman «Boven de straat hangt een witte lucht»
vol psalmen, slordig geschreven gedachten en poëzie.
Anna is veertien. Ze heeft een dagboek. Ze houdt zich vast aan de woorden. Woorden die ze kent van heel vroeg en die nog elke dag om haar heen zwerven. Ze gaat op zondag twee keer naar de kerk en kijkt naar de hoge ramen. Als er zonlicht doorheen valt, weet ze dat God haar gebeden heeft gehoord. Op een dag nodigt de buurvrouw Anna uit om mee te gaan naar een pinkstergemeente en ontvangt ze de Heilige Geest. Tot middernacht zingt ze Opwekkingsliederen. De moeder wil dat ze bij de kerk blijft en de vader hoort stemmen. Hij vindt het erg dat ze geen rokken meer draagt. Anna wordt vijftien, zestien en zeventien. Ze schrijft over Jezus en Brad Pitt, een aardbeienmilkshake en het avondmaal. Langzaam slaat de twijfel toe. Zonder terughoudendheid schrijft ze over de buitenwereld die steeds meer binnendringt.

Meer info

Bibliografie